De krulhaarvogelspin komt oorspronkelijk voor in Centraal-Amerika van Honduras tot Costa Rica, waar het dier leeft in tropische regenwouden bij hoge bomen en in de buurt van water. In België en Nederland wordt dit dier veel gehouden als huisdier. Haar naam dankt de krulhaarvogelspin aan haar uiterlijk: ze heeft over haar hele lichaam, inclusief de poten, zwarte haren. Verder heeft ze goud- tot bronskleurige haartjes, die boven de zwarte haren uitsteken. Op haar poten groeien deze gekleurde haartjes dichter op elkaar. Bij mannetjes zijn deze haartjes vaak lichter van kleur dan bij de vrouwtjes. Een krulhaarvogelspin kan ongeveer 7 tot 8 centimeter (lichaamslengte) lang worden. De spanwijdte van de poten kan tot 16 centimeter bedragen. De maximumleeftijd van krulhaarvogelspinnen is verschillend, zo kan een mannetje ongeveer 5 jaar oud worden, maar het vrouwtje kan wel 25 jaar oud worden. De krulhaarvogelspin is een koudbloedig dier.
De krulhaarvogelspin is een nachtdier en gaat 's nachts op zoek naar prooi. Aan het uiteinde van elke poot bevinden zich zintuigen die gevoelig zijn voor geur, smaak en trillingen. Daarmee vindt de spin haar prooi. Wanneer ze die gevangen heeft, pakt ze deze vast met haar pedipalpen (een soort voorpoten met een tastfunctie) en spuit ze gif in haar prooi. Dit gif, een eiwitoplossend enzym, verlamt de prooi niet alleen, maar brengt ook de vertering daarvan op gang: het zorgt ervoor dat de prooi van binnen vloeibaar wordt, zodat de spin deze leeg kan zuigen. Wat daarna overblijft is een soort van holle huid. Het voedsel van de krulhaarvogelspin bestaat uit voornamelijk insecten en soms kleine gewervelde dieren, bijvoorbeeld kleine vogels. en ze eten muizen